1. MWB
  2. Vertalen
  3. époux (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • époux > DE • époux > EN • époux > ES
Vertalingen époux FR>NL
[epu]

1 personne avec laquelle on est marié - echtgenoot - echtgenote - man - vrouw

  'Je vous présente mon épouse.'
  Mag ik u mijn vrouw voorstellen?
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
époux (m-p)het duo ; het koppel ; het paar ; stel
époux (m) de bruidegom (m) ; de echtgenoot (m) ; de eega ; de gade ; de man (m) ; de wederhelft
époux echtgenoot ; gemaal ; huwelijkspartner ; man
Bronnen: Wikipedia; Omegawiki.org; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `époux`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: compagnon
FR: compagnons
FR: conjoint
FR: conjoints
FR: mari
FR: maris

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: les époux NL: het echtpaar