Vertalingen embêter FR>NL
[ɑ̃bɛte]1 causer du souci à ··· - ergeren
'Ça l'embête de partir.'
Het zit hem dwars dat hij weggaat.2 ennuyer - vervelen
'Ce cours m'embête.'
Ik vind deze les oersaai.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
embêter (ww.) | brutaliseren (ww.) ; bruuskeren (ww.) ; ergeren (ww.) ; koeioneren (ww.) ; narren (ww.) ; storen (ww.) ; vervelen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `embêter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agacerFR: assommerFR: barberFR: contrarierFR: dérangerFR: ennuyerFR: fatiguerFR: importunerFR: lasser