Vertaal
Naar andere talen: • embellir > DEembellir > ENembellir > ES
Vertalingen embellir FR>NL
[ɑ̃beliʀ]

1 rendre plus beau - mooier maken[ɑ̃beliʀ]


1 devenir plus beau - mooier worden

  'Elle embellit de jour en jour.'
  Ze wordt elke dag mooier.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
embellir (ww.) optuigen (ww.) ; zich uitmonsteren (ww.) ; zich uitdossen (ww.) ; zich mooi maken (ww.) ; versieringen aanbrengen (ww.) ; versieren (ww.) ; verluchten (ww.) ; verfraaien (ww.) ; tooien (ww.) ; optutten (ww.) ; optooien (ww.) ; opsmukken (ww.) ; opsieren (ww.) ; opschikken (ww.) ; opmaken (ww.) ; opluisteren (ww.) ; make-up aanbrengen (ww.) ; decoreren (ww.) ; aankleden (ww.)
embellir ophemelen
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `embellir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: agrémenter
FR: amplifier
FR: arranger
FR: broder
FR: décorer
FR: doter
FR: égayer
FR: enjoliver
FR: enrichir
FR: flatter