Vertalingen décoller FR>NL
[dekɔle]1 enlever ce qui était collé - losmaken
timbre
losweken
'décoller une affiche'
een aanplakbiljet losmaken[dekɔle]1 s'envoler - opstijgen
'L'avion va décoller.'
Het vliegtuig gaat opstijgen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
décoller (ww.) | afstomen (ww.) ; afweken (ww.) ; klimmen (ww.) ; losweken (ww.) ; omhoogklimmen (ww.) |
décoller | opstijgen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `décoller`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: oreilles décollées
NL: uitstaande oren