Vertalingen dissoudre FR>NL
[disudʀ]1 faire fondre dans un liquide - oplossen
'dissoudre un cachet d'aspirine'
een aspirientje oplossen2 mettre fin à un groupe - ontbinden
'dissoudre un parti politique'
een politieke partij ontbinden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dissoudre (ww.) | oplossen (ww.) ; wegsmelten (ww.) ; weggaan (ww.) ; vertrekken (ww.) ; uiteenvallen (ww.) ; uiteen doen gaan (ww.) ; uit elkaar vallen (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; slopen (ww.) ; opstappen (ww.) ; opheffen (ww.) ; opbreken (ww.) ; ontbinden (ww.) ; omverhalen (ww.) ; neerhalen (ww.) ; heengaan (ww.) ; gaan (ww.) ; desintegreren (ww.) ; afbreken (ww.) |
dissoudre | oplossen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `dissoudre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: brûlerFR: dégelerFR: déglacerFR: liquéfierFR: se fondre