Vertalingen défier FR>NL
[defje]1 proposer à ··· de se battre, de jouer - uitdagen
'défier ··· aux échecs'
iemand tot een partij schaak uitdagen2 pousser ··· à faire ··· en pensant qu'il en est incapable - tarten
'Je te défie de sauter plus haut.'
Ik wed dat je niet hoger kunt springen.3 ne pas avoir peur de - trotseren
'défier la mort'
de dood trotseren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `défier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: braverFR: craindreFR: douterFR: méfier