Vertalingen contenir FR>NL
[kɔ̃təniʀ]1 avoir en soi, à l'intérieur - bevatten
'Ce sac contient des vêtements.'
In deze tas zitten kleren.
'Ce gâteau contient du miel.'
Dit gebakje bevat honing.2 retenir - bedwingen
'contenir ses larmes'
zijn tranen bedwingen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
contenir (ww.) | in bedwang houden (ww.) ; weren (ww.) ; van grenzen voorzien (ww.) ; omvatten (ww.) ; limiteren (ww.) ; inperken (ww.) ; inkapselen (ww.) ; inhouden (ww.) ; indijken (ww.) ; indammen (ww.) ; bevatten (ww.) ; beteugelen (ww.) ; beperken (ww.) ; begrenzen (ww.) ; bedwingen (ww.) ; afhouden (ww.) ; afgrenzen (ww.) |
contenir | behouden ; hebben |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `contenir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: annexerFR: bornerFR: comporterFR: comprendreFR: contraindreFR: contrôlerFR: cuberFR: dompterFR: enclaverFR: endiguerUitdrukkingen en gezegdes
FR: un caractère contenu
NL: een beheerst karakter