[kwa]

1 désigne une chose - wat

  'C'est ce à quoi je pensais.'
  Daaraan dacht ik.

  'Je ne sais pas quoi dire.'
  Ik weet niet wat te zeggen.

2   quoi que
quelle que soit la chose que - wat ook

  'quoi que je dise'
  wat ik ook zeg

  'quoi qu'il arrive'
  wat er ook gebeurt

3   quoi qu'il en soit
de toute façon - hoe het ook zij

4   sans quoi
sinon - bij gebrek waaraan - anders[kwa]


1 quelle chose - wat

  'À quoi penses-tu ?'
  Waaraan denk je?
© K Dictionaries Ltd.

quoi	welk ; excuseer ; pardon ; wablief ; wat

Bronnen: interglot; Wikipedia




FR: quoi de plus utile que l'étude? NL: wat is er nuttiger dan de studie?
FR: à  quoi NL: waaraan
FR: après quoi NL: waarna
FR: de quoi NL: het nodige om, voldoende om
FR: pas de quoi NL: niet te danken
FR: avoir de quoi vivre NL: voldoende hebben om te kunnen leven
FR: avoir de quoi NL: er warmpjes bijzitten
FR: donnez-moi de quoi écrire NL: geef mij schrijfgereedschap
FR: il n'y a pas de quoi vous fâcher NL: er is geen reden om kwaad te worden
FR: vnw: quoi que NL: wat ook
FR: quoi que vous disiez NL: wat u ook zegt
FR: quoi qu'il en soit NL: hoe het ook zij