Vertalingen compliquer FR>NL
compliquer (ww.) | bemoeilijken (ww.) ; compliceren (ww.) ; erbij betrekken (ww.) ; hinderen (ww.) ; ingewikkeld maken (ww.) ; lastig maken (ww.) ; moeilijk maken (ww.) ; moeilijker maken (ww.) ; tegenwerken (ww.) ; verwikkelen (ww.) ; zwaarder maken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `compliquer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aggraverFR: alambiquerFR: embarrasserFR: embrouillerFR: embroussaillerFR: emmêlerFR: entortillerFR: obscurcirFR: troubler