Vertalingen clé FR>NL
[klavje]1 objet qui sert à fermer ou ouvrir une serrure - sleutel
'fermer à clef'
op slot doen2 outil qui sert à serrer ou à desserrer - sleutel
'une clé à molette'
een bahco3 solution - sleutel
'trouver la clé de l'énigme'
de sleutel van het raadsel vinden4 signe, en musique - sleutel
'la clé de sol'
de g-sleutel - de vioolsleutel© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
clé (v) | tool (znw.) ; de houdgreep (m) |
la clé | de sleutel (m) |
CLE (Afkorting) | VCW (Afkorting) ; EVC (Afkorting) ; Europees Verbindingscentrum |
clé | websleutel ; zoeknok ; wig ; belangrijk ; top ; toets ; sluitsteen ; sleutel ; keg ; identificatiecode ; coderingssleutel |
Bronnen: interglot; Europakinderhulp; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `clé`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: crochetFR: explicationFR: passe-partoutFR: rossignolFR: sensFR: significationFR: solution