Vertalingen chefs FR>NL
chefs (m) | de aanvoerders ; de bazen ; de chefs ; de gezagvoerders ; de hoofdmannen ; de kapiteins ; de kopmannen ; de kopstukken ; de leiders ; de leidsmannen ; de opperhoofden ; scheepsgezagvoerders (znw.) ; de scheepskapiteins ; de schippers ; de voormannen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `chefs`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: chefFR: commandants