1. MWB
  2. Vertalen
  3. caractériser (FR>NL)
Vertaal
Vertalingen caractériser FR>NL
[kaʀakteʀize]

1 être la manière d'être de ··· ou de ··· - kenmerken

  'Qu'est-ce qui le caractérise ? - Sa gentillesse.'
  Wat kenmerkt hem? - Zijn vriendelijkheid.

  'Le calme caractérise cet endroit.'
  Deze plek wordt gekenmerkt door rust.
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
caractériser (ww.) beschrijven (ww.) ; karakteriseren (ww.) ; kenmerken (ww.) ; kenschetsen (ww.) ; tekenen (ww.) ; typeren (ww.)
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary


Voorbeeldzinnen met `caractériser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: définir
FR: dépeindre
FR: désigner
FR: déterminer
FR: distinguer
FR: expliciter
FR: indiquer
FR: marquer
FR: montrer
FR: peindre