Vertalingen but FR>NL
[byt]1 ce que l'on veut atteindre - doel
'Quel est ton but ?'
Wat is je doel?2 lieu où l'on veut arriver - doel
'le but d'une promenade'
het doel van een wandeling3 lieu où l'on marque des points, en sport - doel
'envoyer le ballon dans les buts'
de bal achter de doellijn plaatsen4 point marqué, en sport - doelpunt
'marquer un but'
een doelpunt maken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
but (m) | het pogen ; de goal (m) ; de intentie (v) ; de inzet (m) ; het mikpunt ; de moedwil (m) ; het nut ; het objectief ; het oogmerk ; het einddoel ; de reden (v) ; de schietschijf ; strekking ; het streven ; het streven naar ; het trachten ; de treffer (m) ; het voornemen ; het doelwit ; het aansturen op ; de ambitie (v) ; de aspiratie (v) ; het azen ; de bedoeling (v) ; beduidenis (znw.) ; beduiding (znw.) ; het beogen ; de betekenis (v) ; het doel ; doel bij voetbalwedstrijd (znw.) ; het doeleinde ; het doelpunt ; de doelstelling (v) |
le but | het doeleind |
but | doel |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `but`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: à brûle-pourpointFR: abruptementFR: achèvementFR: ambitionFR: boisFR: cibleFR: desseinFR: filetFR: finFR: intentionUitdrukkingen en gezegdes
FR: de
but en blanc
NL: onverwachts, ruwwegFR: but à
but
NL: onbeslistFR: gardien de
but
NL: keeper