[bɔt]

1 chaussure - laars

  'des bottes en caoutchouc'
  rubberlaarzen[bɔt]

1 plantes - bos

  'une botte de radis'
  een bosje radijs
© K Dictionaries Ltd.

botte (v)	de tros (m) ; de schoof ; de schoen (m) ; de laars (v) ; hoge ; de bundel (m) ; de bot (v) ; het bosje ; de bos (m)
botte	gelaarsd ; wrong ; baal ; plantschaar ; plantkouter ; pakket duigen ; oude inhoudsmaat ; laars ; kraanbundel ; handvol ; groot houten vat ; bundel ; bos

Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




FR: boots
FR: bottillon
FR: bottine
FR: bouquet
FR: bourrée
FR: brodequin
FR: chaussure
FR: fagot
FR: faisceau
FR: gerbe

FR: bottes à  éperons NL: laarzen met sporen
FR: bottes à  l'écuyère NL: rijlaarzen
FR: il a mis du foin dans ses bottes NL: hij heeft zijn schaapjes op het droge
FR: graisser ses bottes NL: zich gereedmaken om te vertrekken