Vertalingen allumer FR>NL
[alyme]1 mettre le feu à - aansteken
'allumer une cigarette'
een sigaret aansteken2 faire fonctionner - aandoen
'allumer une lampe/la télévision'
een lamp aandoen de televisie aanzetten © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
allumer (ww.) | opwinden (ww.) ; ontsteken (ww.) ; ontvlammen (ww.) ; opfokken (ww.) ; ophitsen (ww.) ; opjutten (ww.) ; opruien (ww.) ; opstoken (ww.) ; opwekken (ww.) ; ontbranden (ww.) ; poken (ww.) ; prikkelen (ww.) ; starten (ww.) ; stimuleren (ww.) ; vuur maken (ww.) ; vuur vatten (ww.) ; vuurmaken (ww.) ; licht aansteken (ww.) ; inschakelen (ww.) ; in de fik steken (ww.) ; doen ontvlammen (ww.) ; doen branden (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanwakkeren (ww.) ; aanstrijken (ww.) ; aanstoken (ww.) ; aansteken (ww.) ; aanmaken (ww.) ; aandoen (ww.) |
allumer | aanblazen ; vuur aanmaken ; ontsteken ; aansteken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `allumer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: faire du feu