Zie ook:
ailéVertalingen aile FR>NL
[ɛl]1 organe qui permet aux oiseaux de voler - vleugel2 partie allongée de chaque côté d'un avion - vleugel3 partie située au-dessus des roues d'une voiture - spatbord
'l'aile droite'
het rechterspatbord4 côté d'un bâtiment - vleugel
'l'aile d'un château'
de vleugel van een kasteel[ɛl]1 qui a des ailes pour voler - gevleugeld© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aile (v) | de zijkant (m) ; zijde van een schip (znw.) ; de zijde ; de wiek (v) ; vleugel van een gebouw (znw.) ; de vleugel (m) ; de vlerk (m) ; de vleder (m) ; het spatbord ; de flank |
aile | gewiekt ; gevleugeld ; zijvleugel ; alaris ; zijdebeen ; vleugelvormig ; vleugel ; turbineschoep ; stuwvleugel ; spatscherm ; spatbord ; simpel ; schroefblad ; oor ; flens |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `aile`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abriFR: aileronFR: corpsFR: détachementFR: élytreFR: empennageFR: flancFR: pavillonFR: penneFR: protectionUitdrukkingen en gezegdes
FR: battre des
ailes
NL: klapwiekenFR: battre de l'
aile
NL: in verlegenheid zittenFR: il ne bat plus que d'une
aile
NL: het loopt op een eind met hem, hij is zijn grootste invloed kwijtFR: rogner les
ailes
NL: kortwieken