Vertalingen vivacité FR>NL
[vivasite]1 énergie - levendigheid
'parler avec vivacité'
levendig praten2 rapidité à penser et comprendre - vlugheid
'avoir de la vivacité d'esprit'
vlug van begrip zijn3 intensité, éclat - levendigheid - frisheid
'la vivacité des couleurs'
de levendigheid van de kleuren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vivacité (v) | de beweeglijkheid (v) ; de dartelheid (v) ; kittigheid (znw.) ; de levendigheid (v) ; moed ; de speelsheid (v) ; vastberadenheid ; het wakker zijn |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vivacité`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ardeurFR: brioFR: éclatFR: intensitéFR: pénétration