Vertaal
Naar andere talen: • tisser > DEtisser > ENtisser > ES
Vertalingen tisser FR>NL
[tise]

1 fabriquer un tissu - weven

  'métier à tisser'
  weefgetouw

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tisser (ww.) doorweven (ww.) ; in elkaar grijpen (ww.) ; ineengrijpen (ww.) ; ineenvlechten (ww.) ; vervlechten (ww.) ; verweven (ww.) ; weven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tisser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: brocher
FR: broder
FR: combiner
FR: comploter
FR: conspirer
FR: entrelacer
FR: ourdir
FR: préparer
FR: tramer
FR: tresser