Vertalingen tambour FR>NL
[tɑ̃buʀ]1 instrument sur lequel on tape avec des baguettes - trommel
'jouer du tambour'
trommelen2 cylindre d'une machine - trommel
'le tambour d'une machine à laver'
de trommel van een wasmachine© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tambour (znw.) | de ombervis (m) |
tambour (m) | de trommel ; de trom ; de tamboer (m) ; de slagwerker (m) ; raderkast (znw.) ; de percussionist (m) ; de drummer (m) ; de drum (m) |
tambour | trommelzeef ; wiel ; verkeersgang ; verdeeltrommel ; dioptrische trommellens ; trommel ; trom ; snaartrommel ; schacht ; magneettrommel ; liertrommel ; koker ; kiel ; geleidewiel ; flap ; dwergzaagbaars ; dwergbaars |
Bronnen: www.culinair.net; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tambour`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: batterieFR: caisseFR: caisse du tympanFR: darboukaFR: percussionFR: tam-tamFR: tambourinFR: timbaleUitdrukkingen en gezegdes
FR: tambour battant
NL: met slaande tromFR: battre du
tambour
NL: de trom roerenFR: ce qui vient de la flûte s'en va par le
tambour
NL: (spr.w) zo gewonnen, zo geronnenFR: partir sans
tambour ni trompette
NL: met stille trom vertrekken