Vertalingen talon FR>NL
[talɔ̃]1 partie à l'arrière du pied - hiel2 partie plus ou moins haute à l'arrière d'une chaussure - hak
'des chaussures à talons hauts'
schoenen met hoge hakken
'des talons aiguilles'
naaldhakken3 partie qui ne se détache pas - souche
'le talon d'un chèque'
de souche van een cheque© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
talon (m) | de hiel (m) |
le talon | de hak |
talon | rugkant ; vanglijst ; tandhiel ; talon ; strook ; stootkant ; slof ; afknotting ; opstaande zijde ; kaaskorst ; hiel van de vorktand ; hiel ; hak ; gewelfd randprofiel ; boordrand ; bodemafronding |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `talon`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: marcher sur les
talons de quelqu'un.
NL: iemand op de hielen zittenFR: montrer les
talons
NL: de hielen lichten