Vertaal
Naar andere talen: • tailler > DEtailler > ENtailler > ES
Vertalingen tailler FR>NL
[tɑje]

1 couper des parties de ··· - bewerken

  'tailler un crayon'
  een potlood slijpen

  'tailler une haie'
  een heg knippen

  'tailler un arbre'
  een boom snoeien


2 découper dans du tissu - uitknippen

  'tailler un vêtement'
  een kledingstuk (uit een lap stof) knippen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tailler (ww.) slijpen (ww.) ; kappen (ww.) ; kepen (ww.) ; kerven (ww.) ; knippen (ww.) ; kort knippen (ww.) ; kort maken (ww.) ; korten (ww.) ; op maat snijden (ww.) ; scherpen (ww.) ; insnijden (ww.) ; snijden (ww.) ; snoeien (ww.) ; toesnijden (ww.) ; trimmen (ww.) ; uithakken (ww.) ; uithouwen (ww.) ; uitkappen (ww.) ; wetten (ww.) ; inkerven (ww.) ; aanzetten (ww.) ; afknippen (ww.) ; afsnijden (ww.) ; beknotten (ww.) ; beperken (ww.) ; besnoeien (ww.) ; bijknippen (ww.) ; coifferen (ww.) ; couperen (ww.) ; creneleren (ww.) ; een beetje knippen (ww.) ; een inkeping maken (ww.) ; houwen (ww.) ; inkepen (ww.)
tailler hakken ; van erts ; snoeien ; opsnoeien
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `tailler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: graver

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: tailler en pièces NL: in de pan hakken
FR: tailler de la besogne, tailler des croupières à  quelqu'un. NL: iemand de handen vol werk geven