Vertalingen sommeil FR>NL
[sɔmɛj]1 fait de dormir - slaap
'avoir un sommeil léger'
licht slapen2 avoir sommeil
avoir envie de dormir - slaap hebben[sɔmɛj]1 être © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sommeil (m) | de slaap (m) |
sommeil | slaap |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sommeil`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: le
sommeil éternel
NL: de doodFR: maladie du
sommeil
NL: slaapziekteFR: sommeil de plomb
NL: zware slaap