Vertalingen salir FR>NL
[saliʀ]1 rendre sale - vuilmaken
'salir la moquette'
de vloerbedekking vuilmaken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
salir (ww.) | morsen (ww.) ; vuilmaken (ww.) ; vuil maken (ww.) ; vlekken (ww.) ; viesmaken (ww.) ; vies worden (ww.) ; vies maken (ww.) ; vervuilen (ww.) ; verontreinigen (ww.) ; smetten (ww.) ; smerig worden (ww.) ; ontluisteren (ww.) ; afgeven (ww.) ; knoeien (ww.) ; kladden (ww.) ; een smet werpen op (ww.) ; bezoedelen (ww.) ; bevuilen (ww.) ; bevlekken (ww.) ; besmeuren (ww.) ; besmeren (ww.) ; bemorsen (ww.) ; bekladden (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `salir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abîmerFR: avilirFR: barbouillerFR: calomnierFR: contaminerFR: croupirFR: déshonorerFR: diffamerFR: éclabousserFR: encrasser