Vertaal
Naar andere talen: • retour > DEretour > ENretour > ES
Vertalingen retour FR>NL
[ʀətuʀ]

1 fait de revenir dans le lieu d'où on est parti - terugkeer

  'Le retour s'est bien passé.'
  De terugreis is goed verlopen.

  'prendre un billet pour le retour'
  een kaartje nemen voor de terugreis

  être de retour
   (= être revenu) - terug zijn

  'Je serai de retour dans un mois.'
  Ik zal over een maand terug zijn.

  à mon retour
   (= quand je serai rentré) - bij na mijn terugkeer

  'Je te donnerai des nouvelles à mon retour.'
  Ik zal van me laten horen als ik terug ben.

  'à mon retour de vacances'
  toen ik van vakantie terugkwam

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
retour (m) de thuisreis ; de thuiskomst (v) ; de terugweg (m) ; de terugval (m) ; de terugreis ; de terugkomst (v) ; het terugkeren ; de terugkeer (m) ; retour (znw.) ; de rentrees ; de recidive
le retourde terugvlucht ; terugvlucht
retour come-back ; uitlaatslag ; terugslag ; terugloop ; terugkeren ; terugkeer van een procedure ; terugkeer ; terug ; ruggespraakinstallatie ; return ; intercom
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `retour`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: andropause
FR: définitivement
FR: échange
FR: en compensation
FR: en échange
FR: ménopause
FR: réapparition
FR: rechute
FR: recommencement
FR: renaissance

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: retour d'âge NL: kritieke leeftijd
FR: être sur le retour NL: oud worden, aftakelen
FR: être de retour NL: terug zijn
FR: faire un retour sur soi-même NL: tot inkeer komen
FR: par retour du courrier NL: per omgaande
FR: sans retour NL: onherstelbaar
FR: retour en arrière NL: (film) flashback
FR: en retour de NL: in ruil voor
FR: match retour NL: returnwedstrijd
FR: effet en retour NL: terugslag