Vertaal
Naar andere talen: • rouler > DErouler > ENrouler > ES
Vertalingen rouler FR>NL
[ʀule]

1 se déplacer en tournant - rollen

  'faire rouler une balle'
  een bal laten rollen


2 se déplacer au moyen de roues - rijden

  'La voiture roulait vite.'
  De auto reeds snel.
[ʀule]


1 donner une forme ronde et longue en pliant - (op)rollen

  'rouler une affiche'
  een affiche oprollen

  'rouler une cigarette'
  een sigaret rollen


2 tourner dans tous les sens - rollen

  'rouler ··· dans la farine'
  iets door het meel rollen


3 tromper ··· - bedonderen

  'se faire rouler'
  opgelicht worden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
rouler (ww.) opstropen (ww.) ; wentelen (ww.) ; wegrollen (ww.) ; voor de gek houden (ww.) ; verneuken (ww.) ; tillen (ww.) ; te pakken nemen (ww.) ; taxiën (ww.) ; stropen (ww.) ; roteren (ww.) ; ronddraaien (ww.) ; rollen (ww.) ; rijden (ww.) ; oprollen (ww.) ; ontvellen (ww.) ; neppen (ww.) ; kantelen (ww.) ; in de maling nemen (ww.) ; foppen (ww.) ; draaien (ww.) ; bedotten (ww.) ; afzetten (ww.)
rouler opkrullen ; slingeren ; oprollen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `rouler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: tourner autour de

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: rouler sa bosse NL: (spreektaal) zwerven
FR: rouler carosse NL: een eigen rijtuig hebben
FR: rouler une cigarette NL: een sigaret rollen
FR: rouler sur l'or NL: bulken van het geld
FR: tout roule là -dessus NL: daar draait alles om
FR: rouler sur NL: betrekking hebben op, gaan over