Vertalingen penser FR>NL
[pɑ̃se]1 réfléchir - nadenken
'penser à ··· / ··· '
denken aan iemand/iets2 se souvenir - denken (aan)
'penser à ··· '
aan iemand denken
'penser à faire ··· '
eraan denken om iets te doen[pɑ̃se]1 avoir pour opinion, pour avis - menen
'Qu'en penses-tu ?'
Wat vind jij ervan ?
'Je pense qu'il viendra.'
Ik denk dat hij zal komen.
'penser du bien/mal de ··· , de ··· '
een hoge een lage dunk hebben van iemand, van iets2 avoir l'intention de faire ··· - van plan zijn
'Il pense arriver demain.'
Hij is van plan morgen aan te komen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
penser (ww.) | aannemen (ww.) ; denken (ww.) ; dunken (ww.) ; geloven (ww.) ; nadenken (ww.) ; peinzen (ww.) ; piekeren (ww.) ; prakkiseren (ww.) |
penser | bedenken |
Bronnen: interglot; Europakinderhulp; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `penser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aviserFR: cogiterFR: concevoirFR: considérerFR: envisagerFR: évoquerFR: examinerFR: gambergerFR: imaginerFR: jugerUitdrukkingen en gezegdes
FR: pensez donc!
NL: stel u eens voor!FR: penser à
NL: van plan zijnFR: pensez à vous!
NL: neem u in acht!