Vertalingen période FR>NL
[peʀjɔd]1 durée - periode
'la période des vacances'
de vakantieperiode
'en période scolaire'
tijdens de schoolperiode© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
période (v) | de termijn (m) ; epoch (znw.) ; de epoche (v) ; de era (m) ; de fase (v) ; het interim ; de periode (v) ; het poosje ; het stadium ; het tijdperk ; de tijdrekening (v) ; het tijdsbestek ; het tijdsgewricht ; het tijdsverloop ; het tijdvak ; de tussentijd (m) |
la période | uur ; tijdstip ; de tijd (v) ; de parkeerperiode ; moment ; de halfwaardetijd (v) |
période | cyclustijd ; verjongingsperiode ; trillingstijd ; pulsperiodetijd ; periodieke golf ; periode ; interval ; ijstijd ; herhalingsoefening ; de halveringstijd (v) ; fasetijd |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `période`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: âgeFR: balancementFR: cycleFR: duréeFR: époqueFR: èreFR: intervalleFR: morceauFR: phaseFR: phrase