Vertaal
Naar andere talen: • partir > DEpartir > ENpartir > ES
Vertalingen partir FR>NL
[paʀtiʀ]

1 quitter un lieu - vertrekken

  'partir d'un endroit'
  een plaats verlaten

  'Elle est déjà partie.'
  Ze is al vertrokken.

  'partir en voyage'
  op reis gaan

  'partir en courant'
  wegrennen


2 commencer à - beginnen

  'être parti pour gagner'
  er helemaal klaar voor zijn om te (gaan) winnen


3 être lancé - afgaan

  'Le coup est parti.'
  Het schot ging af.


4 disparaître - verdwijnen

  'La tache est partie.'
  De vlek is verdwenen.


5   partir de
commencer par, avoir comme point de départ - uitgaan van

  'partir d'une histoire vraie'
  uitgaan van een waar verhaal


6   à partir de
dès, depuis - vanaf

  'à partir de vingt heures'
  vanaf acht uur

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
partir (ww.) verlaten (ww.) ; sneuvelen (ww.) ; starten (ww.) ; sterven (ww.) ; terugtrekken (ww.) ; uittreden (ww.) ; uitzeilen (ww.) ; vallen (ww.) ; van start gaan (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; smeren (ww.) ; vertrekken (ww.) ; verwijderen (ww.) ; weggaan (ww.) ; weglopen (ww.) ; wegreizen (ww.) ; wegtrekken (ww.) ; wegvallen (ww.) ; wegvaren (ww.) ; zich begeven (ww.) ; een begin nemen (ww.) ; aanbreken (ww.) ; aanvangen (ww.) ; afreizen (ww.) ; afsteken (ww.) ; aftreden (ww.) ; afvaren (ww.) ; beginnen (ww.) ; bezwijken (ww.) ; doodgaan (ww.) ; gaan (ww.) ; heengaan (ww.) ; inslapen (ww.) ; lopend weggaan (ww.) ; omkomen (ww.) ; opbreken (ww.) ; opstappen (ww.) ; overlijden (ww.)
partir wegspuiten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `partir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abandonner
FR: aller
FR: appareiller
FR: décamper
FR: déguerpir
FR: démarrer
FR: détaler
FR: disparaître
FR: échapper
FR: éloigner

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: le coup part NL: het schot gaat af
FR: partir en guerre NL: ten oorlog trekken
FR: partir d'un éclat de rire NL: uitbarsten in lachen
FR: faire partir un lièvre NL: een haas opjagen
FR: faire partir un moteur NL: een motor starten
FR: à  partir de NL: vanaf
FR: cela part d'un bon coeur NL: dat komt uit een goed hart
FR: avoir maille à  partir avec quelqu'un. NL: een appeltje met iemand te schillen hebben