Vertalingen pain FR>NL
[pɛ̃]1 aliment fait de farine, d'eau et de sel - brood
'un pain complet'
een volkorenbrood2 pain au chocolat
pâtisserie au chocolat - chocoladebroodje3 pain d'épice
gâteau au miel et aux épices - kruidkoek - ontbijtkoek© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pain (m) | de brood ; de broodwinner (m) ; de hengst (m) ; de klap (m) ; de kostwinner (m) ; de lel ; de mep ; de muilpeer ; de opdonder (m) ; de opduvel (m) ; de oplawaai (m) ; de peut (m) ; de stoot (m) |
pain | blok ; brood ; stokbrood |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `pain`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: alimentFR: baffeFR: baguetteFR: bouleFR: briqueFR: coupFR: couronneFR: flûteFR: gifleFR: lingotUitdrukkingen en gezegdes
FR: pain des anges,
pain céleste
NL: de H. EucharistieFR: avoir du
pain cuit
NL: voorraad hebben, spaarduiten hebbenFR: avoir son
pain cuit
NL: zijn schaapjes op het droge hebbenFR: pain bis
NL: bruin broodFR: pain à cacheter
NL: ouwelFR: pain à chanter
NL: niet geconsacreerde hostieFR: pain complet
NL: grof broodFR: pain d'épice
NL: peperkoekFR: gagner son
pain
NL: zijn kost verdienenFR: pain de munition
NL: commiesbroodFR: pain noir
NL: roggebroodFR: ôter le
pain à quelqu'un.
NL: iemand het brood uit de mond stotenFR: s'ôter le
pain de la bouche
NL: het brood uit de mond sparenFR: pain perdu
NL: wentelteefjeFR: petit
pain
NL: broodjeFR: se vendre comme des petits
pains
NL: erg vlug (als koek) verkopenFR: pour un morceau de
pain
NL: voor een appel en een eiFR: pain riche,
pain de fantaisie
NL: luxebroodFR: pain de vie
NL: het woord GodsFR: pain de savon
NL: stuk zeepFR: pain de sucre
NL: suikerbrood