Vertalingen ordonner FR>NL
[ɔʀdɔne]1 donner un ordre, commander - bevelen
'ordonner à ··· de faire ··· '
iemand bevelen iets te doen2 ranger, classer - ordenen
'ordonner ses idées'
zijn gedachten ordenen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ordonner (ww.) | gelasten (ww.) ; voorschrijven (ww.) ; verordonneren (ww.) ; verordineren (ww.) ; verordenen (ww.) ; uitvaardigen (ww.) ; ordonneren (ww.) ; ordenen (ww.) ; opdragen (ww.) ; leidinggeven (ww.) ; leiden (ww.) ; gebieden (ww.) ; een brief dicteren (ww.) ; dicteren (ww.) ; decreteren (ww.) ; commanderen (ww.) ; bevelen (ww.) ; bevel voeren over (ww.) ; afkondigen (ww.) ; aanvoeren (ww.) |
ordonner | in nummervolgorde brengen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ordonner`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accommoderFR: adapterFR: agencerFR: ajusterFR: améliorerFR: aménagerFR: arrangerFR: classerFR: combinerFR: commanderUitdrukkingen en gezegdes
FR: maison bien ordonnée
NL: goed ingericht huis