Vertalingen offrir FR>NL
[ɔfʀiʀ]1 donner en cadeau - aanbieden - geven
'offrir des fleurs à ··· '
iemand bloemen geven2 proposer - aanbieden
'offrir son aide'
zijn hulp aanbieden3 présenter, avoir - vertonen
'offrir un intérêt'
een (bepaald) belang hebben© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
offrir (ww.) | laten zien (ww.) ; voorzetten (ww.) ; voorschotelen (ww.) ; vertonen (ww.) ; uitloven (ww.) ; trakteren (ww.) ; tonen (ww.) ; toesteken (ww.) ; schenken (ww.) ; presenteren (ww.) ; overhandigen (ww.) ; overgeven (ww.) ; opdissen (ww.) ; opdienen (ww.) ; offreren (ww.) ; indienen (ww.) ; geven (ww.) ; fuiven (ww.) ; cadeau geven (ww.) ; cadeau doen (ww.) ; bieden (ww.) ; bedienen (ww.) ; afgeven (ww.) ; aanreiken (ww.) ; aangeven (ww.) ; aanbieden (ww.) ; aan tafel bedienen (ww.) |
offrir | leveren ; vrijgeven ; te bieden hebben |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `offrir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: allouerFR: donnerFR: fournirFR: présenterFR: procurerFR: proposerFR: servirFR: tendreUitdrukkingen en gezegdes
FR: offrir de
NL: bieden voor