Vertalingen mesurer FR>NL
[məzyʀe]1 prendre les dimensions - opmeten
'mesurer un terrain'
een stuk grond opmeten2 évaluer, déterminer - inschatten
'mesurer les risques'
de gevaren inschatten3 utiliser avec attention - wikken
'Mesurez vos paroles !'
Wik je woorden![məzyʀe]1 avoir pour dimension - meten
'Je mesure un mètre soixante-cinq.'
Ik meet één meter vijfenzestig.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mesurer (ww.) | diepte bepalen (ww.) ; in kaart brengen (ww.) ; karteren (ww.) ; meten (ww.) ; opmeten (ww.) ; peilen (ww.) |
mesurer | aflezen ; analyseren ; uitdrukken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `mesurer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: apprécierFR: arpenterFR: calibrerFR: comparerFR: compterFR: doserFR: estimerFR: évaluerFR: jaugerFR: jugerUitdrukkingen en gezegdes
FR: mesurer ses forces
NL: zijn krachten metenFR: mesurer ses paroles
NL: zijn woorden wikken