Vertalingen interpeller FR>NL
[ɛ̃tɛʀpəle]1 appeler ··· - aanroepen
'interpeller ··· dans la rue'
op straat iemand aanroepen2 arrêter ··· pour contrôler son identité - aanhouden
'Il a été interpellé par la police.'
Hij is aangehouden door de politie.[ɛ̃tɛʀpəle]1 appeler ··· - aanroepen
'interpeller ··· dans la rue'
op straat iemand aanroepen2 arrêter ··· pour contrôler son identité - aanhouden
'Il a été interpellé par la police.'
Hij is aangehouden door de politie.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
interpeller (ww.) | aanroepen (ww.) ; doorvragen (ww.) ; doorzagen (ww.) ; interpelleren (ww.) ; naroepen (ww.) ; ontbieden (ww.) ; oproepen (ww.) ; sommeren (ww.) ; toeroepen (ww.) ; uitvragen (ww.) |
interpeller | staande houden |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `interpeller`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accosterFR: apostropherFR: arrêterFR: demanderFR: hélerFR: réclamerFR: requérirFR: sommer