Vertalingen hacher FR>NL
[ˈaʃe]1 couper en petits morceaux - hakken
'hacher de la viande/des oignons'
vlees malen / uien hakken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hacher (ww.) | fijnhakken (ww.) ; hakken (ww.) ; kleinhakken (ww.) ; klieven (ww.) ; kloven (ww.) ; splijten (ww.) ; splitsen (ww.) ; uiteensplijten (ww.) |
hacher | arceren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hacher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: scinder