Vertalingen histoire FR>NL
[istwaʀ]1 ensemble des événements du passé - geschiedenis
'l'histoire de France'
de Franse geschiedenis
'faire des études d'histoire'
geschiedenis studeren2 récit de faits réels ou imaginés - verhaal - geschiedenis
'lire une histoire à un enfant'
een verhaal voorlezen aan een kind3 événement, aventure - geschiedenis - voorval - belevenis
'Il lui est arrivé une drôle d'histoire.'
Hij heeft iets raars beleefd..4 mensonge - verhaal - smoesje
'Arrête de raconter des histoires !'
Hou toch op met al die smoesjes!© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
histoire (v) | de geschiedenis (v) ; de historie (v) ; het incident ; het verhaal ; het vertelsel ; het zaakje |
histoire | geschiedenis ; historie |
Bronnen: Antiquarian Dictionary; interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `histoire`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: affairéFR: annalesFR: archéologieFR: archivesFR: autobiographieFR: aventureFR: biographieFR: chroniqueFR: chronologieFR: commentairesUitdrukkingen en gezegdes
FR: histoire naturelle
NL: natuurlijke historieFR: histoire sainte
NL: bijbelse geschiedenisFR: histoire universelle
NL: algemene geschiedenisFR: peintre d'
histoire
NL: historieschilderFR: c'est une autre
histoire
NL: dat is wat andersFR: conter des
histoires
NL: leugens vertellen