Vertalingen hésiter FR>NL
[ezite]1 avoir du mal à se décider - aarzelen - weifelen - twijfelen
'hésiter entre deux dates'
aarzelen tussen twee data
'Il a répondu sans hésiter.'
Hij heeft geantwoord zonder te twijfelen.
'Elle hésite à aller le voir.'
Ze aarzelt of ze hem zal gaan opzoeken.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hésiter (ww.) | aarzelen (ww.) ; dubben (ww.) ; onzeker zijn (ww.) ; talmen (ww.) ; twijfelen (ww.) ; weifelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hésiter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: atermoyerFR: attendreFR: balancerFR: barguignerFR: délibérerFR: douterFR: flotterFR: interrogerFR: oscillerFR: tâter