Vertaal
Naar andere talen: • habiller > DEhabiller > ENhabiller > ES
Vertalingen habiller FR>NL
[abije]

1 mettre des vêtements à ··· - aankleden

  'habiller un enfant'
  een kind aankleden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
habiller (ww.) aandoen (ww.) ; aankleden (ww.) ; aantrekken (ww.) ; kleden (ww.) ; uitmonsteren (ww.) ; zich kleden (ww.) ; zich tooien (ww.)
habiller wortels snoeien
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `habiller`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: arranger
FR: costumer
FR: déguiser
FR: endimancher
FR: envelopper
FR: équiper
FR: parer
FR: recouvrir
FR: se couvrir
FR: travestir