Vertalingen gris FR>NL
[gʀi]1 qui est entre le blanc et le noir - grijs
'avoir des cheveux gris'
grijs haar hebben2 temps gris
mauvais temps - somber weer3 un peu ivre - aangeschoten
'être un peu gris'
half aangeschoten zijn[gʀi]1 couleur entre le blanc et le noir - grijs
'peindre un mur en gris'
een muur grijs schilderen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gris | toeter ; slobberig ; slodderig ; slonzig ; slordig ; smerig ; smoordronken ; somber ; stomdronken ; straalbezopen ; teut ; tipsy ; ranzig ; triest ; troosteloos ; vaal ; vies ; viezig ; voddig ; vreugdeloos ; vuil ; vuil grijs ; vunzig ; zat ; ongekleurd ; aangeschoten ; beneveld ; beschonken ; bezopen ; blank ; bleek ; boosaardig ; dronken ; druilerig ; flodderig ; grauwkleurig ; grijs ; grijsharig ; halfdronken ; kleurloos ; ladderzat ; laveloos ; miezerig ; mistroostig ; morsig ; grijs ; mat |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gris`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: gris terneUitdrukkingen en gezegdes
FR: papier
gris
NL: filtreerpapierFR: petit
gris
NL: soort bontFR: gris (de) perle
NL: parelgrijs