Vertalingen fleurir FR>NL
[flœʀ]1 produire des fleurs - bloeien
'Cette plante fleurit tous les étés.'
Deze plant bloei 's zomers.2 réussir, se développer - bloeien
'un art qui fleurit'
een bloeiende kunst[flœʀ]1 décorer avec des fleurs - overal bloemen neerzetten in
'fleurir sa maison'
overal in zijn huis bloemen neerzetten© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| fleurir (ww.) | bloeien (ww.) ; floreren (ww.) ; verbloemen (ww.) |
| fleurir | bloeien |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fleurir`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: brillerFR: développerFR: épanouirFR: multiplierFR: ouvrirFR: pallierFR: prospérer
