Vertalingen femme FR>NL
[fam]1 être humain de sexe féminin - vrouw
'les femmes et les hommes'
vrouwen en mannen2 épouse - vrouw - echtgenote
'Il est venu avec sa femme.'
Hij is samen met zijn vrouw gekomen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
femme (v) | de echtgenote (v) ; de gade ; de gemalin (v) ; de huisvrouw (v) ; de levensgezellin (v) ; de vrouw (v) ; het vrouwmens ; het vrouwspersoon ; het wijf |
femme | doos ; echtgenote ; vrouw |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `femme`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bonneUitdrukkingen en gezegdes
FR: femme de chambre
NL: kamermeisje, kamenierFR: femme de charge
NL: huishoudsterFR: femme de ménage
NL: werkvrouwFR: femme de tête
NL: kordate vrouwFR: prendre
femme
NL: trouwen