[fu]

1 atteint d'une maladie mentale - gek - waanzinnig

  'un génie fou'
  een waanzinnig genie+ fol

2 qui agit d'une manière contraire à la raison - dwaas - idioot

  'Il est fou d'aller là-bas.'
  Het is idioot om daar naartoe te gaan.

3 qui est contraire à la raison - krankzinnig

  'une idée folle'
  een krankzinnig idee

4   être fou de ··· , ···
aimer beaucoup ··· , ··· - gek zijn op iemand, iets

  'Il est fou de sport.'
  Hij is gek op sport / een sportgek.

5 très grand, en grande quantité - ontzettend veel - krankzinnig veel

  'Ce massage m'a fait un bien fou.'
  Die massage heeft me ontzettend (veel) goed gedaan.

  'Il y avait un monde fou à ce concert.'
  Bij dat concert waren ontzettend veel mensen.

6   être fou de joie
être très content - uitzinnig van vreugde zijn[fu]


1 personne atteinte d'une maladie mentale - gek - gekkin
-kin
krankzinnige

  'un asile de fous'
  een gekkenhuis/krankzinnigengesticht

2 personne qui n'est pas raisonnable - gek

  'Il travaille comme un fou.'
  Hij werkt als een gek.

3 personne passionnée - gek - fanaat

  'C'est un fou de golf.'
  Het is een golffanaat.
© K Dictionaries Ltd.

fou (znw.)	de zwakzinnige ; de achterlijke ; de dommerik (m) ; de geesteszieke ; de hansworst (m) ; de hofnar (m) ; de kwast (m) ; de kwibus (m) ; de mafketel (m) ; de nar (m) ; de onbenul ; de onnozelaar (m)
fou (m)	de waanzinnige (v) ; ondoordacht ; de krankzinnige (v) ; de getikte (m) ; de dolleman (m)
le fou	de loper
fou	stupide ; mesjogge ; mesjokke ; niet goed snik ; onbezonnen ; ongewoon ; onnozele kerel ; onwijs ; reuze ; simpele ziel ; merkwaardig ; te gek ; typisch ; verlekkerd ; vreemd ; waanzinnig ; wijs ; zonderling ; zot ; enorm ; gek ; geflipt ; geestesziek ; geestelijk gestoord ; gaaf ; fantastisch ; fabelachtig ; excentriek ; gek iemand ; eigenaardig ; dwaas ; doldwaas ; curieus ; buitenissig ; bizar ; bijzonder ; apart ; idioterig ; mal ; maf ; krankzinnig ; krankjorum ; knots ; knettergek ; kierewiet ; imbeciel ; achterlijk ; idioot ; hoorndol ; gigantisch ; getikt ; gestoorde ; gestoord ; geschifte ; geschift

Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek




FR: absurde
FR: aliéné
FR: anormal
FR: chimérique
FR: dangereux
FR: dément
FR: désaxé
FR: déséquilibré
FR: détraqué
FR: extraordinaire

FR: une brise folle NL: een veranderlijke bries
FR: un fou rire NL: een onbedaarlijke lach
FR: fou de NL: dol op
FR: un chien fou NL: een dolle hond
FR: un succès fou NL: een uitbundig succes
FR: fou furieux NL: dolleman
FR: plus on est de fous, plus on rit NL: (spr.w) hoe meer zielen, hoe meer vreugd
FR: la fête des fous NL: het middeleeuwse narrenfeest