Vertalingen exiger FR>NL
[ɛgziʒe]1 demander avec force - eisen
'Il exige ce travail pour demain.'
Hij eist dit werk voor morgen.2 nécessiter - vereisen - vergen
'Ce travail exige un soin particulier.'
Dit werk vereist bijzondere zorg.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
exiger (ww.) | opeisen (ww.) ; vragen (ww.) ; vorderen (ww.) ; verzoeken (ww.) ; verlangen (ww.) ; vergen (ww.) ; vereisen (ww.) ; uitnodigen (ww.) ; rekwireren (ww.) ; opvorderen (ww.) ; invorderen (ww.) ; inmanen (ww.) ; eisen (ww.) ; aanzoeken (ww.) ; aanvragen (ww.) ; aanspraak op maken (ww.) ; aanspraak maken op (ww.) |
exiger | opleggen ; vereisen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `exiger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: arrêterFR: commanderFR: déciderFR: infligerFR: obligerFR: ordonnerFR: prescrireFR: prièr