Vertalingen embout FR>NL
| embout (m) | de embouchure (v) ; het mondstuk ; mondstuk van een pijp (znw.) |
| le embout | het aansluitstukje |
| embout | aansluitstuk ; einddopje ; mondstuk ; oorstukje ; slangaansluitstuk ; sproeier |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `embout`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: embouchure