Vertalingen entendre FR>NL
[ɑ̃tɑ̃dʀ]1 percevoir les sons - horen
'entendre un bruit'
een geluid horen
entendre parler de ···
(= être informé de ··· ) - ergens van horen
'As-tu entendu parler de ce livre ?'
Heb je van dit boek gehoord?2 comprendre - begrijpen
'Je ne l'entends pas de cette manière.'
Zo begrijp ik het niet.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
entendre (ww.) | klauwen (ww.) ; verstrikken (ww.) ; verstaan (ww.) ; vernemen (ww.) ; vangen (ww.) ; toehoren (ww.) ; te horen krijgen (ww.) ; snappen (ww.) ; realiseren (ww.) ; pakken (ww.) ; opvatten (ww.) ; onderkennen (ww.) ; luisteren (ww.) ; inzien (ww.) ; horen (ww.) ; geluid waarnemen (ww.) ; ergens iets mee willen zeggen (ww.) ; doorzien hebben (ww.) ; doorzien (ww.) ; beseffen (ww.) ; beluisteren (ww.) ; begrijpen (ww.) ; bedoelen (ww.) ; aanhoren (ww.) |
entendre | willen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `entendre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: octroyerUitdrukkingen en gezegdes
FR: à l'
entendre
NL: naar zijn zeggenFR: entendre à demi
NL: maar half horenFR: entendre dur
NL: hardhorig zijnFR: entendre à demi-mot
NL: dadelijk snappenFR: laisser
entendre
NL: laten doorschemerenFR: qu'entendez-vous par là ?
NL: wat bedoelt u daarmee?