Vertaal
Naar andere talen: • écorcher > DEécorcher > ENécorcher > ES
Vertalingen écorcher FR>NL
[ekɔʀʃe]

1 arracher un morceau de peau - villen

  'écorcher un animal'
  een dier villen


2 mal prononcer - radbraken

  'écorcher un nom'
  een naam verhaspelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
écorcher (ww.) afhalen (ww.) ; afleggen (ww.) ; afschaven (ww.) ; afstropen (ww.) ; afzetten (ww.) ; bezwijken (ww.) ; misleiden (ww.) ; ontvellen (ww.) ; stropen (ww.) ; tenondergaan (ww.) ; uitbenen (ww.) ; uiteentrekken (ww.) ; verscheuren (ww.) ; villen (ww.) ; zwendelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `écorcher`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: écorcher l'anguille par la queue NL: bij het eind beginnen
FR: il crie avant qu'on l'écorche NL: hij schreeuwt al voordat hij geslagen wordt
FR: écorcher les oreilles NL: het gehoor kwetsen