Vertalingen deux FR>NL
[dø]1 indique la quantité - twee
'les deux oreilles'
de beide oren
'un enfant de deux ans'
een kind van twee jaar
en deux
(= en deux parties) - in tweeën
'couper ··· en deux'
iets in tweeën snijden
à deux
(= en étant deux personnes) - met zijn tweeën
'On ira plus vite à deux.'
Met zijn tweeën zullen we sneller gaan.2 indique l'ordre dans une série - twee
'à deux heures'
om twee uur
'le tome deux'
deel twee3 élément d'un nombre - twee
'trente-deux'
tweeëndertig[dø]1 chiffre - twee
'Deux et deux font quatre.'
Twee en twee is vier.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
deux (m) | de koppel ; het paar ; het stel ; het stelletje ; twee (znw.) ; twee stuks (znw.) ; het tweetal |
deux | 2 ; beide |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `deux`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bandeUitdrukkingen en gezegdes
FR: cela est clair comme
deux et
deux font quatre
NL: dat is zonneklaarFR: en
deux mots
NL: in een paar woordenFR: l'un des
deux
NL: een van beidenFR: à
deux pas d'ici
NL: hier vlakbijFR: piquer des
deux
NL: de sporen gevenFR: le
deux janvier
NL: de tweede januari