Vertalingen culbuter FR>NL
culbuter (ww.) | buitelen (ww.) ; duikelen (ww.) ; flikkeren (ww.) ; kelderen (ww.) ; kiepen (ww.) ; kieperen (ww.) ; neervallen (ww.) ; omrollen (ww.) ; omvallen (ww.) ; omvervallen (ww.) ; op de grond vallen (ww.) ; tuimelen (ww.) ; vallen (ww.) |
culbuter | een grondzwaai maken ; kippen ; over de kop slaan |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `culbuter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: basculerFR: battreFR: bousculerFR: capoterFR: chavirerFR: dégringolerFR: écroulerFR: pousserFR: renverserFR: repousser