Vertalingen craindre FR>NL
[kʀɛ̃dʀ]1 avoir peur - vrezen
'craindre ··· '
bang zijn voor iemand
'Ne craignez rien.'
Wees nergens bang voor.
'Je crains qu'il ne soit trop tard.'
Ik vrees dat hij te laat is.2 ne pas pouvoir supporter - niet kunnen verdragen
'Cette plante craint le froid.'
Deze plant kan niet tegen kou.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
craindre (ww.) | angst hebben (ww.) ; bang zijn (ww.) ; beducht zijn (ww.) ; bezorgd zijn (ww.) ; duchten (ww.) ; in zorg zijn (ww.) ; schrik hebben (ww.) ; schromen (ww.) ; vrees koesteren (ww.) ; vrezen (ww.) |
craindre | bevreesd zijn voor |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `craindre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: appréhenderFR: avoir crainte deFR: défierFR: effaroucherFR: frémirFR: méfierFR: redouterFR: tremblerUitdrukkingen en gezegdes
FR: craignant Dieu
NL: godvruchtigFR: je crains pour sa vie
NL: ik vrees voor zijn levenFR: le tabac craint l'humidité
NL: tabak kan niet tegen vocht