Vertaal
Naar andere talen: • cordon > DEcordon > ENcordon > ES
Vertalingen cordon FR>NL
[kɔʀdɔ̃]

1 corde de tissu - touwtje - snoer

  'les cordons d'une capuche'
  de koorden van een capuchon


2   cordon ombilical
ce qui relie le bébé à sa mère - navelstreng

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
cordon (m) de ceintuur (v) ; het voetriempje ; het touwtje ; het snoertje ; het rijgsnoer ; de riem (m) ; het lint ; het kordon ; het koordje ; het haarlint ; de haarband (m) ; de gordel (m) ; het garen ; de elektriciteitsdraad (m) ; de draad (m)
le cordonde snoer (v)
cordon afzetten ; vlasbundel ; spieband ; spekband ; snoer ; sierring ; ringsnit ; lasnaad ; dichtingssnoer ; dicht begroeide rand ; cordon ; band ; afzetting
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `cordon`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: ceinture
FR: languette
FR: tirette

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: cordon-bleu NL: bekwame keukenmeid
FR: délier les cordons NL: de veters losmaken
FR: le grand cordon de la Légion d'Honneur NL: ordeteken van grootkruis i. h. Legioen van Eer
FR: cordon médullaire NL: ruggemerg
FR: cordon nerveux NL: zenuwdraad
FR: cordon ombilical NL: navelstreng
FR: cordon de soulier NL: schoenveter
FR: tenir les cordons de la bourse NL: de koorden van d. beurs in handen hebben
FR: tirer le cordon NL: aan het touw trekken om de deur te openen (bijv. van een concierge)