Vertalingen conjointement FR>NL
conjointement | gemeenschappelijk ; gezamenlijk ; met zijn allen ; samen ; tezamen ; in samenwerking |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `conjointement`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: concurremmentFR: conjointFR: ensembleFR: simultanément